Gepubliceerd: 3 jaar geleden (2021-06-22)
De aangeklaagde verpleegkundige was gedurende drie maanden intensief betrokken bij de thuisverzorging van de moeder van klagers totdat patiënte, lijdend aan Alzheimer, verhuisde naar een zorgcomplex. Daar bezocht de verpleegkundige haar nog vier keer op persoonlijke titel. In april 2019 overleed patiënte. De verpleegkundige was op uitnodiging van de nabestaanden bij de begrafenis en de condoleancebijeenkomst aanwezig en heeft daar de zoons van overledene gesproken. De nabestaanden verwijten haar dat ze 1) haar geheimhoudingsplicht tijdens de condoleancebijeenkomst heeft geschonden 2) de nabestaanden onheus heeft bejegend.
Het CTG acht de klachten gegrond en legt de verpleegkundige een waarschuwing op. “Door tegenover klagers uit te spreken dat zij het erg vond dat patiënte erg verdrietig en ontdaan was omdat zij zich gedwongen voelde haar huis te verlaten en dat zij patiënte daar ’s-nachts vaak om troostte, heeft de verpleegkundige informatie vrijgegeven die onder haar beroepsgeheim valt.”
Daarnaast acht het college deze uitlatingen onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar gelet op de Wet BIG en de Beroepscode van verpleegkundigen en verzorgenden. Zij is de grenzen van haar professionele betrokkenheid te buiten gegaan door zich op deze manier tijdens een condoleancebijeenkomst over patiënte uit te laten tegenover nabestaanden. Dit getuigde bovendien van onvoldoende respect. Haar handelen duidde op een zekere over-betrokkenheid bij patiënte die niet past bij een functionele rol als verpleegkundige.
Hebt u een vraag of wilt u zich laten bijstaan in verweer tegen een (tucht)klacht? Mail naar info@medi-law.nl of bel ons.